20 augustus 2018

Gezondheidsbeleid is gewoon goed human resourcebeleid

De tweedeling in de Nederlandse beroepsbevolking tussen lager opgeleiden en hoger opgeleiden vindt een vertaling in gezondheid. Lager opgeleiden vallen eerder uit met gezondheidsklachten, vaak definitief. Een cultuur die gezond gedrag stimuleert en motiveert, kan die ontwikkeling voor een deel keren. 

Gezonde mensen hebben veel vaker een baan dan mensen die sukkelen met hun gezondheid. Logisch, zou je zeggen. Een specifiekere kijk leert echter, volgens de Tilburgse gezondheidseconoom Johan Polder, dat 80 procent van de gezonde Nederlanders werkt en dat van de chronisch zieken die geen noemenswaardige beperkingen ervaren 77 procent een baan heeft. Daar zit dus weinig licht tussen.

Hoe anders is dat met chronisch zieken die zich ongezond voelen en de chronisch zieken die beperkingen ervaren, daar liggen de percentages werkenden aanzienlijk lager, namelijk op respectievelijk 49 procent en 40 procent.

Polder:’De cijfers laten zien dat ziekte als zodanig niet het grote probleem is: mensen die diabetes hebben en goed ingesteld zijn op hun ziekte, voelen zich over het algemeen niet gehinderd om werk te vinden en houden. Hét probleem is eerder hoe mensen zich voelen én of zij beperkingen ervaren bij het uitoefenen van hun vak of beroep.’

De actieve beroepsbevolking wordt door de stijgende pensioenleeftijd steeds ouder en zal naar verwachting ook meer chronisch zieken tellen. Omdat chronisch zieken door de voortschrijdende techniek allengs minder beperkingen ervaren zullen de meesten aan de slag kúnnen blijven, zegt Polder. ´Maar, en dat is minder positief, het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden gaat ook bij werk en gezondheid steeds hoger opspelen.´

Toenemende tweedeling tussen hoger en lager opgeleiden

Laagopgeleiden – mensen die alleen basisonderwijs hebben gevolgd – leven gemiddeld 7 jaar korter dan hoogopgeleiden. Als het gaat om leven zonder beperkingen, dan loopt het verschil, afhankelijk van de definitie, op tot 14 á 20 jaar. Voor bedrijfstakken die veelal eenvoudig werk bieden, komen daardoor veel indringendere gezondheidsvragen naar voren dan in branches waar hbo’ers en wo’ers emplooi vinden.

Het aantal mensen met een hbo- of wo-opleiding dat zich aanmeldt op de arbeidsmarkt neemt voorlopig alleen maar toe. Tegelijkertijd zal het aantal mensen met een lagere opleiding dalen. Dat is niets bijzonders, dat is de trend in de hele samenleving.

Polder: ‘Wat vaak onvermeld blijft in het debat over wat gemakshalve onze kenniseconomie wordt genoemd, is dat de vraag naar hoger opgeleiden meer toeneemt dan het aanbod. De daardoor hoog oplopende werkdruk vormt een groot risico voor de gezondheid van werknemers, zeker in combinatie met een hogere pensioenleeftijd.’

Polder constateert een groeiende tweedeling tussen het werk van de hoger opgeleiden en lager opgeleiden. ‘Bij de hoger opgeleiden speelt het vraagstuk van duurzame inzetbaarheid een grote rol en bij de laagopgeleiden of ze überhaupt aan het werk komen. De grote opgave is om de productiviteit zodanig te verhogen, en daar speelt de volksgezondheid een gewichtige rol in, dat de laagopgeleiden aan de slag kunnen (blijven).’

Ook werk beïnvloedt gezondheid

Nederland staat aan de mondiale top als het om volksgezondheid gaat, maar dat betekent niet dat er helemaal geen sprake meer is van verloren levensjaren, in duur of kwaliteit. Beide begrippen vallen onder de term ziektelast, dat is het gezondheidsverlies in een populatie veroorzaakt door ziekten.

De vraag is waardoor de ziektelast in ons land vooral wordt bepaald. Niet gehele onverwacht staat roken op nummer 1 (13 procent), gevolgd door milieu (5,7 procent), overgewicht (5,2 procent) en arbeidsomstandigheden (5 procent).

Polder: ‘Deze factoren vormen niet alleen een verklaring van de gezondheidslast, maar bieden tevens aangrijpingspunten om de gezondheid te verbeteren. Als iedereen met roken zou stoppen, zou de levensverwachting met sprongen omhooggaan.’

‘Volksgezondheid en werk beïnvloeden elkaar. Een goede gezondheid is belangrijk omdat die uitval op werk voorkomt. Ten overvloede wellicht: het gaat hier vooral om ervaren gezondheid. Als je gezond blijft, maak je veel meer kans om aan het werk te blijven. Ben je ongezond dan rol je er snel uit en kom je vrijwel nooit meer terug. Voor dat laatste aspect moeten werkgevers en werknemers echt veel meer aandacht tonen.’

Vooral de cultuur van een onderneming is bepalend voor hoe mensen omgaan met risico’s op het werk. Beroepsrisico’s en de omgang daarmee zijn belangrijk voor de gezondheid van de individuele werknemer en voor de productiviteit van het bedrijf.

‘Daarmee komen we meteen tot een opdracht voor de samenleving, alleen werkgever, werknemers en overheid samen kunnen de wisselwerking tussen gezondheid en productiviteit beter benutten.’ Dat kan, aldus Polder, ‘door het bedrijfsleven te betrekken bij gezondheidsbevordering en het stimuleren van een gezonde leefstijl. Dat laatste behoort nadrukkelijk niet alleen op de schouders van de overheid te rusten.’

Bedrijfsleven moet gezondheid op peil houden

Polder noemt het van groot belang dat het bedrijfsleven de gezondheid van werknemers op peil houdt. Voor een deel is het human resource beleid. ‘Bedrijven kunnen de inzetbaarheid van mensen bevorderen worden door effectief in te grijpen op de werkvloer. En de aangrijpingspunten daarvoor liggen in de cultuur van organisaties die gezond gedrag stimuleren en motiveren.’

Dit artikel is een verslag van de presentatie door gezondheidseconoom Johan Polder tijdens de Zorgsalon Arbeidsparticipatie door Gedragsinnovatie. De bijeenkomst werd op 22 maart 2018 georganiseerd door Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, Tilburg University.

Bron: Redactie, Gezondheidsbeleid is gewoon goed human resourcebeleid, www.socialevraagstukken.nl, 20-07-2018

Vrijblijvend advies

Wilt u vrijblijvend advies of meer informatie?

Contactformulier